"Sire, geef mij nog 50 dagen".
Gisteren kwam Premier De Wever naar het parlement met de boodschap dat er opnieuw géén begrotingsakkoord gevonden werd. En dus vroeg hij aan de koning om nog eens vijftig dagen uitstel te krijgen. Vijftig dagen extra.
Het resultaat? We hebben géén begroting voor 2026. Dat betekent dat ons land draait op voorlopige twaalfden – een moeilijk woord dat eigenlijk maar één ding betekent: 𝘀𝘁𝗶𝗹𝘀𝘁𝗮𝗻𝗱.
En stilstand is dodelijk voor onze economie.
De schulden blijven oplopen, noodzakelijke hervormingen blijven uit, en ons land blijft stilstaan. Terwijl we net nú vooruit moeten.
Laat één ding duidelijk zijn: ik wil liever een goed akkoord met échte hervormingen dan een haastig compromis vol nieuwe taksen. Maar de manier waarop de premier te werk gaat, werkt niet. Weinig vergaderingen, weinig onderhandelingen, véél getreuzel. Er is wél tijd voor grappige (ik geef het toe) posts over kat Maximus, buitenlandse trips en gastcolleges. Maar in deze situatie? Dat is gewoon niet oké.
Door het getalm worden belangrijke hervormingen niet doorgevoerd.
Overuren flexibeler maken? Niets.
Flexi-jobs uitbreiden? Niets.
Alles wat werken aantrekkelijker maakt, ligt stil.
Waarover gaat het dan wél? Over bijkomende belastingen.
In één van de meest belaste landen ter wereld is dat gewoon een schande. We moeten niet méér innen, maar minder uitgeven.
Snoeien in de overheid, in plaats van opnieuw naar de portemonnee van de burger te grijpen.
Het enige voordeel aan deze stilstand? De meerwaardetaks is (voorlopig) nog niet ingevoerd. Maar maak u geen illusies: die zal er wel degelijk komen.
Laat er geen twijfel over bestaan: wij zitten niet stil.
In het parlement komen we met voorstellen om onze economie ademruimte te geven, de faillissementsgolf te stoppen en de mensen die werken écht te belonen.
Elke liberale hervorming die hetzelfde doel heeft, zullen we steunen – ook vanuit de oppositie.
Dat is waarom wij verkozen zijn. Dat is onze plicht.
Een begroting kan volgens Arizona dan misschien wel wachten.
Maar onze economie, onze bedrijven en onze burgers kunnen dat niet.